Home

Muziekonderwijs zou volgens de Muzikale Toverketel (DMT) voortaan muziekonderwijs wereldwijd moeten zijn.

Muziekonderwijs is een onderdeel van het cultuuronderwijs. Gezien de samenstelling van de bevolking in Nederland anno 2022 moeten we ook rekening houden met een andere ‘culturele’ samenstelling in het klaslokaal dan dat dit enkele decennia geleden het geval was. Omdat muziek makkelijk allerlei verschillende cultuurelementen makkelijk met elkaar verbindt is het gezien de bevolkingssamenstelling niet meer dan logisch dat we op die wijze ook naar muziekonderwijs kijken. De West-Europese Klassieke muziektraditie is niet de enige muziektraditie die ertoe doet. De methode ‘DMT’ is dan ook een methode muziek wereldwijd die alles insluit en niets uitsluit.

Muziekonderwijs is DE vorm van cultureel onderwijs die universeel is.                                                                

Muziek hangt samen met allerlei aspecten van de cultuur. Spelletjes, verjaardagen, bruiloften, slaapliedjes, orkesten, missen, reclame, winkels, etc. De lijst is eindeloos. Elk volk, elk mens heeft en kent muziek in zijn leven. En dat (bijna) dagelijks. Alle lessen van de methode zijn in een culturele context geplaatst.                                         

Schoonheid (muziek) is een onuitputtelijke bron.  

Door bezig te zijn met schoonheid maken we van de wereld om ons heen een thuis. Op die manier versterken we onze vreugde en vinden troost voor onze zorgen. Kunst en muziek schijnen een licht van betekenis op ons dagelijks leven en daardoor zijn we beter in staat om te gaan met de moeilijke dingen en vinden we vrede en troost in de nabijheid van muziek en kunst. (Roger Scruton, filosoof, 2015)

Wat kan de betekenis van muziekeducatie zijn voor kinderen?

– leren samenwerken

– leren luisteren

– plezier maken samen

– beter leren communiceren met elkaar

– voor kinderen de manier om zich kunstzinnig te leren uiten

– leren reflectie toe te passen

– je wordt er slim van én…

Het draagt bij aan andere competenties zoals:

– ontwikkeling van zelfstandig en zelfsturend vermogen

– je leren bewegen in verschillende omgevingen en verbanden

– het vermogen tot zelfreflectie en kritisch vermogen

– het nemen van verantwoordelijkheid